Naar aanleiding van de conferentie in het gemeentehuis van Oirschot kunnen we wel stellen dat over een jaar of vijf we een geïntegreerde nieuwe groep Nederlanders erbij hebben. Volgens de sprekers die allen op hun manier direct of indirect met Polen te maken hebben zit dit er aan te komen. Dit omdat de polen van nature al veel op de Nederlander lijkt, qua uiterlijk maar ook zeker van doen. Ze hebben dezelfde harde werkersmentaliteit en zijn net zoals de gemiddelde Nederlander nuchtere mensen die zich veel met familie vrienden en buren bemoeien. Iedereen is op zijn of haar manier met de maatschappij betrokken en de omgeving zorgt voor de sociale controle en veiligheid. Maar omdat in Polen de economie op een laag pitje staat en wij hier staan te springen om mensen die het werk in de glas en tuinbouw, maar ook zeker in de gewone bouw wil overnemen van de Nederlander. Dit omdat het voor ons zwaar en onderbetaald werk is, zijn de polen hier meer dan welkom. En zoals boven al gezegt zitten zij te springen om de centen die in hun thuisland moeilijk en zwaar te verdienen zijn. Ook gaat Polen nog steeds gebukt onder de dreiging van het grote Rusland. Dit is voor vele van hen de reden om hun spullen te pakken en hier in Nederland een nieuw bestaan te gaan opbouwen. Vaak gaat de man eerst hier aan de slag om de nodige centen te verdienen zodat er een onderkomen in ons kikkerlandje betaald kan worden. Dit neemt soms wel enkele jaren in beslag, maar aangenomen wordt dat volgend jaar herfst(na het oogstseizoen) de eerste lichting voet op Nederlandse bodem gaat zetten. Deze mensen hebben het geluk dat ze net als ons een taal spreken met een Germaanse achtergrond waardoor het leren van onze taal een stuk makkelijker is als voor iemand met een islamitische achtergrond. Omdat ze ook al gewend zijn aan de westerse cultuur, die al jaren geleden in Polen zijn intrede heeft gedaan zullen zij binnen no-time niet meer te onderscheiden zijn van de gewone Nederlander, heel misschien dat een licht poolse tongval tijdens het bestellen van een wodka nog een belletje doet rinkelen. Maar niet langer zal er in de krant staan: Dronken pool rijdt eigen appartement binnen, of vrouw aangerand door pool. Voortaan staat er man of vrouw rijdt eigen appartement binnen en man rand vrouw aan. Aangezien qua uiterlijk, gedrag en uiteindelijk ook in paspoort geen verschillen met de gemiddelde Nederlander meer zijn te ontdekken. Moeten we dan bang zijn dat we onze eigen identiteit verliezen? Natuurlijk niet, zoals hierboven al aangehaald zijn de verschillen nu al minimaal. Over het algemeen hangen ze hetzelfde geloof aan, kennen dus dezelfde tradities en qua uiterlijk zijn ze bijna gelijk aan ons. Een kleine taalcurcus en daar zijn ze: de nieuwe Nederlanders! Mensen die het werk voor ons opknappen wat wij te zwaar of te onderbetaald vinden. Rest mij alleen nog te zeggen: welkom nieuwe Nederlanders, hier drinken we een wodka op!
Tuesday, October 21, 2008
Hekelgedicht: mopperpotten
Wie heeft er nu geen hekel aan, mensen die op alles en iedereen alleen maar kunnen zeuren, zeiken of klagen. Toch zou je bijna denken dat Nederland er vol van zit. Het is nooit goed, het weer wanneer dan ook is altijd slecht. Het openbaar vervoer rijd nooit op tijd en als je iets voor ze doet dan had het altijd sneller, anders of beter gekund. En de regering, oei die hebben nog nooit iets goeds gedaan. Je zou bijna gaan denken dat wij met ons kikkerlandje in Afrika zijn beland. We zijn arm, we hebben de grootste natuurrampen meegemaakt en we worden geregeerd door een dictator. Mensen wees eens positief en bekijk het allemaal eens van de positieve kant. Er zijn zoveel mensen die het slechter hebben en die er niet eens meer iets aan kunnen doen, maar die mensen hoor je ook niet klagen, zij gaan ook door. Wij hebben hier geen orkanen, tsjunami’s en sterven van de honger gebeurd hier ook zelden. Vanwaar al dat gemopper dan? Natuurlijk mag iedereen weleens een kritische noot laten vallen, natuurlijk is niet alles perfect, maar als je een zwerver met z’n laatste restje lauw bier voorbij ziet strompelen in een veels te kleine, gescheurde mikey Mouse trui terwijl de sneeuw vrolijk rond zijn hoofd dwarrelt wie ben jij dan om te zeuren dat alles zo duur is en het buiten zo koud is? We zouden eens niet alleen aan onszelf moeten denken, kijk eens rond en bedenk goed voordat je weer begint dat er zovelen zijn die het nog erger hebben, en dat alles nog erger kan. Het leven is ook veels te mooi om alleen maar te klagen, we hebben familie, vrienden kansen genoeg op een baan, het weer is buiten en jij zit lekker warm binnen. Geniet ook eens van de kleine dingen, een mooi liedje op de radio, een kleine mus die zich aan het wassen is in een plasje water, een knuffel van een goede vriend of vriendin of denken dat je blut bent en dan toch nog een laatste euro vinden voor een biertje tijdens happy hour. Mensen die alleen maar mopperen sleuren anderen mee in hun onweersbui, terwijl als we allemaal wat vaker zouden lachen en de vreemde met een vriendelijke hallo groeten iedereen er veel gelukkig, mooier maar ook gezelliger uitziet en zich gedraagt. Mensen die lachen zijn aantrekkelijker en hebben meer vrienden en dat terwijl de mopperpot thuis alleen zit te klagen dat hij/zij niets te doen heeft. Ach ja ik schrijf dit nu met een glimlach denkend aan een praatgroep voor mopperkonten. Zet heel de bende in een kring in een aula en laat ze lekker tegen elkaar mopperen, mocht ik ze onderweg naar hun meeting tegenkomen zal ik vriendelijk lachen terwijl ik ze begroet met een uitbundig goedemiddag sunshine en doorloop opweg naar de zon en gezelligheid. Ik wil graag afsluiten met de woorden: als iedereen een beetje meer zou lachen zou de wereld nog mooier zijn!
Lofzang: voetbal en haar supporters!
Voetbal, iedereen heeft het erover. Vaak in negatieve zin, voetbalsupporters worden niet begrepen. Maar wat is er mooier als in je vrije weekend samen met vrienden een pilsje drinken voor de wedstrijd, daar de discussie aangaan wie waar moet spelen, wat de uitslag gaat worden en wiens schuld dat dan is. Dan er een flauwe grap of het clublied tegenaan gooien en daarna met z’n allen proosten met een nieuw biertje op de overwinning. Dan met de hele bende al lachend en grollend en zingend richting stadion vertrekken, daar nog meer bekende te ontmoeten, natuurlijk met een stevige knuffel/handdruk om even bij te kletsen en ouderwets te ouwehoeren over de wedstrijd. De zenuwen beginnen toe te slaan, je rookt nog snel een sigaretje of haalt nog snel een pinter. Overal is geluid, je club wordt aangemoedigd, de tegenstander (ludiek) op z’n nummer gezet. Om je heen vliegen werplinten, wc-rollen of papiersnippers. Er word gevlagd, spandoeken gaan omhoog, het geluid neemt toe. Je helden betreden onder oorverdovend lawaai het veld. De fanatieke aanhang is gaan staan en moedigt hartstochtelijk hun club aan. Bij elke gemiste kans, een verdwaald schot of overtreding komt er van alle kanten geluid, van fluiten tot schreeuwen, van oeee’s en aaah’s naar verwensingen, de emotie heeft het overgenomen. Of je team nu voor of achterstaat de aanhang blijft achter het team staan en laat van zich horen. Langs je zie je bekende en vrienden de meest gekke bekken trekken en de grootste onzin uitkramen, maar je voelt je een met hen. Je staat hier met een grote familie die eensgezind hetzelfde doel nastreeft. Na een goal valt, springt of duikelt ook iedereen op en over elkaar. Volwassen mensen die elkaar staan te knuffelen, kussen of van vreugde bijna elkaar blauwe plekken knijpen of slaan. Soms rolt er zelfs een traan van geluk, soms als het even tegenzit een van verdriet, maar ook dan staat er een blok met maar een doel, hun clubkleuren verdedigen en laten zien wat onze trots is. En zoals het een echte supporter beaamt: gewonnen of verloren, gedronken zal er worden! Vertrek je na de wedstrijd met z’n allen richting café. Onderweg al napraten, schreeuwen of juichen en in het café het glas heffen op de overwinning of op de volgende keer dan maar.. Niets bindt mensen zoveel als voetbal!
krantenartikel 'Komde gullie sjoelen?'
'Komde gullie sjoelen?'
Eindhoven – Buiten schijnt een herfstzonnetje. Al wachtend op onze derde kompaan voor ons onderzoek, komen de dametjes één voor één voorbij gelopen. ‘Bende gullie misschien die jongens van school, die vanmiddag een middag mee gaan sjoelen?’, vragen de vrouwen ons al vóór dat we ook maar één stap in het buurthuis hebben gezet. Niet voor niets natuurlijk. Er komen niet elke dag studenten kijken. 'Nouja, er zijn er wel eens eerder geweest hoor, maar die kwamen altijd een beetje zenuwachtig in hun eentje. Meestal meisjes’, vertellen ze ons. Maar vanmiddag staan er drie jonge knullen op de stoep. Wij komen ook niet voor niks. Vanmiddag wordt er namelijk voor ons een al heel lang brandende vraag beantwoord. Wat voor activiteiten worden er georganiseerd in het buurthuis Henriette Roelant, voor deze seniorenbezoekers?
Als we de ruimte binnen stappen staan de sjoeltafels al uitgestald. Één vrouw heeft de leiding. Zij is degene die regelt wie er tegen wie gaat sjoelen, en wie welke scorekaarten bijhoudt. Deze mevrouw regelt ook de financiën. Zij was ook de eerste aanwezige en heeft daarom de sjoelbakken al klaar gezet. Dit is al jaar en dag een ongeschreven regel. Wij nestelen ons in een hoekje, al blijkt dit niet voor lange duur.
Voor ons wacht een groep van negen dames in de leeftijd van zesenzestig tot en met eenentachtig. Ze zitten wat bij elkaar, kletsen over scholen (van peuterspeelzaal tot universiteit), kleinkinderen, maar vooral over ons. Voor we goed en wel hebben gezien in wat voor vertrek we ons bevinden, worden we al bestookt met een waar spervuur aan vragen. 'Waar komen jullie vandaan?, zitten jullie bij elkaar in de klas?, wat voor opdracht moeten jullie doen dan?, waarom ons?'. De meeste vragen proberen we te beantwoorden, maar de vrouwen laten geen ruimte voor een adempauze.
Opmerkelijk genoeg stopt het kruisverhoor net zo plots als het begon, waarop het leek alsof er een biologische eierwekker afging. De vrouwtjes bewegen zich massaal naar de sjoelbakken.
Eindelijk een adempauze…
Er staan zes tafels in totaal, uitgerust met vier sjoelbakken. Per bak is er één koppel bezig. Aan één bak staan drie vrouwen. Na ze allemaal hun stenen hebben verschoven, wisselen ze door naar de volgende bak. Op zich een leuk gezicht, ze zijn allemaal alleen maar gefocust op de volgende tafel, en het lijkt of ze elkaar amper zien staan. Met hun scorepapiertjes tussen de vingers schuiven ze aan bij de volgende tafel, om het spel voort te zetten. Zo bespelen ze elke bak één keer, en is er een eerlijke score voor elke speelster. De ene bak schuift namelijk beter dan de ander. Ook zijn niet alle stenen hetzelfde. Toch is het niet belangrijk wie de beste punten heeft, want zo werd ons verteld, het is al jaren geen competitie meer.
De vrouwen zijn allemaal in geplooide rokken of net gestreken pantalons, en dragen allemaal ongeveer dezelfde coupe. Vier hadden een stralend wit kapsel, vijf hadden hun eigen haarkleur nog, of droegen er een uit een potje. Allemaal waren ze uitgerust met een handtas, één zelfs met een scooterhelm. Één ding hebben ze gemeen, ze hebben allemaal al zin in de koffiepauze. Er is er geen één die het niet over de koffiepauze heeft. Hier zullen we later ook de mannen treffen.
Dan is het eindelijk zo ver! Nadat de vrouwen hun sjoelronde hebben gelopen is het tijd voor een ‘bakske koffie’. Ze zitten aan een lange tafel, en drinken koffie en thee. Het vertrek blijkt een oude aula, met een hoog plafond en een podium. Er hangen roodwitte slingers aan het plafond. Ook zijn er discolampen. Er staat geen radio aan, op last van de biljartmannen. De dames keuvelen over van alles en nog wat. Zo krijgen we verhalen te horen over vroeger, vooral over 'ouwe vrijers'. Er gaat ook een bidprentje rond. Er is een man overleden. Even later komt er een man aan, met de uitslag van de loterij. Deze loterij bestaat al lang en is opgezet door de biljart- en de sjoelvereniging. Riet heeft (alweer) gewonnen.
Een eindje verderop, aan de andere kant van de bar, zijn de mannen bezig met een biljartspel. Ze zien er geconcentreerd uit. Dat kun je zien aan hun gefronste wenkbrauwpartij, en ze bestuderen hun spel goed. Ze kijken continu naar de ballen, en lopen wat rondjes rond de tafel. Één man heeft zelfs een speciale biljarthandschoen aan. Er heerst stilte. Ook loopt er een scheidsrechter rond. Deze draait af en toe aan het scorebord, wat op zijn beurt naast de keuhouder hangt. Op tafel staat een grote beker, met namen erop van eerdere biljartkampioenen.
De meeste mannen zijn kalende, diegene die zijn voorste haarlijn nog bezit, is eigenaar van een witte, dunne haardos. Er zijn ongeveer vijftien mannen aanwezig bij de twee biljarten. Allen dragen zij nette bloesjes en giletjes. De overheersende kleur is grijs, afgewisseld met mat groen en mat blauw. De mannen drinken bier. Twee mannen drinken fris, vier koffie. Opvallend is dat de mannen, in tegenstelling tot de vrouwen, allemaal in kleine groepjes van maximaal drie man zitten. Zo zitten er dus ongeveer vier groepjes aan een aparte tafel te kletsen. Net als bij het sjoelen is er hier één iemand die de financiën en scores regelt. Deze man zit aan een aparte tafel, met een groot scorepapier voor zijn neus, langs de zilveren beker. Deze man roept de volgende wedstrijd om. In tegenstelling tot de sjoeldames is het hier dus wel competitief.
Deze hele boeiende dag in ogenschouw genomen kunnen we wel stellen dat deze ouderen heren en dames alles nog alleen afkunnen, er is geen professionele begeleiding die hen hoeft te helpen of in de gaten moet houden. De kennis die men van elkaar heeft zorgt ervoor dat alles op rolletjes loopt. Deze mannen van de biljartclub en de vrouwen van de sjoelvereniging gebruiken deze middag om eens bij te praten en samen te sjoelen, biljarten en een kaartje te leggen. Grotendeels zelf georganiseerd, maar dankzij buurthuis Henriette Roelant mede mogelijk gemaakt.
Aantal woorden: 1022
Dènis d'Achard van Enschut, 2075993
Ad Penninx, 2090677
Jonathan van Hout, 2092278
Judith Arts
Onderzoeken
Dinsdag 14 oktober
Eindhoven – Buiten schijnt een herfstzonnetje. Al wachtend op onze derde kompaan voor ons onderzoek, komen de dametjes één voor één voorbij gelopen. ‘Bende gullie misschien die jongens van school, die vanmiddag een middag mee gaan sjoelen?’, vragen de vrouwen ons al vóór dat we ook maar één stap in het buurthuis hebben gezet. Niet voor niets natuurlijk. Er komen niet elke dag studenten kijken. 'Nouja, er zijn er wel eens eerder geweest hoor, maar die kwamen altijd een beetje zenuwachtig in hun eentje. Meestal meisjes’, vertellen ze ons. Maar vanmiddag staan er drie jonge knullen op de stoep. Wij komen ook niet voor niks. Vanmiddag wordt er namelijk voor ons een al heel lang brandende vraag beantwoord. Wat voor activiteiten worden er georganiseerd in het buurthuis Henriette Roelant, voor deze seniorenbezoekers?
Als we de ruimte binnen stappen staan de sjoeltafels al uitgestald. Één vrouw heeft de leiding. Zij is degene die regelt wie er tegen wie gaat sjoelen, en wie welke scorekaarten bijhoudt. Deze mevrouw regelt ook de financiën. Zij was ook de eerste aanwezige en heeft daarom de sjoelbakken al klaar gezet. Dit is al jaar en dag een ongeschreven regel. Wij nestelen ons in een hoekje, al blijkt dit niet voor lange duur.
Voor ons wacht een groep van negen dames in de leeftijd van zesenzestig tot en met eenentachtig. Ze zitten wat bij elkaar, kletsen over scholen (van peuterspeelzaal tot universiteit), kleinkinderen, maar vooral over ons. Voor we goed en wel hebben gezien in wat voor vertrek we ons bevinden, worden we al bestookt met een waar spervuur aan vragen. 'Waar komen jullie vandaan?, zitten jullie bij elkaar in de klas?, wat voor opdracht moeten jullie doen dan?, waarom ons?'. De meeste vragen proberen we te beantwoorden, maar de vrouwen laten geen ruimte voor een adempauze.
Opmerkelijk genoeg stopt het kruisverhoor net zo plots als het begon, waarop het leek alsof er een biologische eierwekker afging. De vrouwtjes bewegen zich massaal naar de sjoelbakken.
Eindelijk een adempauze…
Er staan zes tafels in totaal, uitgerust met vier sjoelbakken. Per bak is er één koppel bezig. Aan één bak staan drie vrouwen. Na ze allemaal hun stenen hebben verschoven, wisselen ze door naar de volgende bak. Op zich een leuk gezicht, ze zijn allemaal alleen maar gefocust op de volgende tafel, en het lijkt of ze elkaar amper zien staan. Met hun scorepapiertjes tussen de vingers schuiven ze aan bij de volgende tafel, om het spel voort te zetten. Zo bespelen ze elke bak één keer, en is er een eerlijke score voor elke speelster. De ene bak schuift namelijk beter dan de ander. Ook zijn niet alle stenen hetzelfde. Toch is het niet belangrijk wie de beste punten heeft, want zo werd ons verteld, het is al jaren geen competitie meer.
De vrouwen zijn allemaal in geplooide rokken of net gestreken pantalons, en dragen allemaal ongeveer dezelfde coupe. Vier hadden een stralend wit kapsel, vijf hadden hun eigen haarkleur nog, of droegen er een uit een potje. Allemaal waren ze uitgerust met een handtas, één zelfs met een scooterhelm. Één ding hebben ze gemeen, ze hebben allemaal al zin in de koffiepauze. Er is er geen één die het niet over de koffiepauze heeft. Hier zullen we later ook de mannen treffen.
Dan is het eindelijk zo ver! Nadat de vrouwen hun sjoelronde hebben gelopen is het tijd voor een ‘bakske koffie’. Ze zitten aan een lange tafel, en drinken koffie en thee. Het vertrek blijkt een oude aula, met een hoog plafond en een podium. Er hangen roodwitte slingers aan het plafond. Ook zijn er discolampen. Er staat geen radio aan, op last van de biljartmannen. De dames keuvelen over van alles en nog wat. Zo krijgen we verhalen te horen over vroeger, vooral over 'ouwe vrijers'. Er gaat ook een bidprentje rond. Er is een man overleden. Even later komt er een man aan, met de uitslag van de loterij. Deze loterij bestaat al lang en is opgezet door de biljart- en de sjoelvereniging. Riet heeft (alweer) gewonnen.
Een eindje verderop, aan de andere kant van de bar, zijn de mannen bezig met een biljartspel. Ze zien er geconcentreerd uit. Dat kun je zien aan hun gefronste wenkbrauwpartij, en ze bestuderen hun spel goed. Ze kijken continu naar de ballen, en lopen wat rondjes rond de tafel. Één man heeft zelfs een speciale biljarthandschoen aan. Er heerst stilte. Ook loopt er een scheidsrechter rond. Deze draait af en toe aan het scorebord, wat op zijn beurt naast de keuhouder hangt. Op tafel staat een grote beker, met namen erop van eerdere biljartkampioenen.
De meeste mannen zijn kalende, diegene die zijn voorste haarlijn nog bezit, is eigenaar van een witte, dunne haardos. Er zijn ongeveer vijftien mannen aanwezig bij de twee biljarten. Allen dragen zij nette bloesjes en giletjes. De overheersende kleur is grijs, afgewisseld met mat groen en mat blauw. De mannen drinken bier. Twee mannen drinken fris, vier koffie. Opvallend is dat de mannen, in tegenstelling tot de vrouwen, allemaal in kleine groepjes van maximaal drie man zitten. Zo zitten er dus ongeveer vier groepjes aan een aparte tafel te kletsen. Net als bij het sjoelen is er hier één iemand die de financiën en scores regelt. Deze man zit aan een aparte tafel, met een groot scorepapier voor zijn neus, langs de zilveren beker. Deze man roept de volgende wedstrijd om. In tegenstelling tot de sjoeldames is het hier dus wel competitief.
Deze hele boeiende dag in ogenschouw genomen kunnen we wel stellen dat deze ouderen heren en dames alles nog alleen afkunnen, er is geen professionele begeleiding die hen hoeft te helpen of in de gaten moet houden. De kennis die men van elkaar heeft zorgt ervoor dat alles op rolletjes loopt. Deze mannen van de biljartclub en de vrouwen van de sjoelvereniging gebruiken deze middag om eens bij te praten en samen te sjoelen, biljarten en een kaartje te leggen. Grotendeels zelf georganiseerd, maar dankzij buurthuis Henriette Roelant mede mogelijk gemaakt.
Aantal woorden: 1022
Dènis d'Achard van Enschut, 2075993
Ad Penninx, 2090677
Jonathan van Hout, 2092278
Judith Arts
Onderzoeken
Dinsdag 14 oktober
Monday, September 22, 2008
Hallo
Eerste berichtje,
net les gehad in het maken en onderhouden van een blog.
Weer wat geleerd.
veel plezier ermee voor u allen.
Dènis
net les gehad in het maken en onderhouden van een blog.
Weer wat geleerd.
veel plezier ermee voor u allen.
Dènis
Subscribe to:
Posts (Atom)